Marlou Karens

3 min.

Na een scheiding moeten ouders die samen het gezag hebben over hun kinderen, samen keuzes maken over de kinderen. Een van die keuzes is de keuze of het kind naar de kinderopvang gaat of niet. Wanneer ouders met gezamenlijk gezag er samen niet uitkomen kunnen ze hun geschil voorleggen aan de rechter. Over een dergelijk geschil had de rechter in Zeeland-West-Brabant te oordelen op 4 april jl.

Het geschil: wel of geen gastouderopvang?

In deze zaak ging het om een jongetje, geboren in 2023. De moeder wilde hem twee dagdelen per week naar een gastouder brengen die op dezelfde dagen ook zorgde voor andere kinderen. Haar motivatie: het belang van sociaal contact met andere kinderen, iets wat volgens haar goed is voor de ontwikkeling van het kind. Dit volgt ook uit recent Europees onderzoek , gepubliceerd in The Lancet, waaruit blijkt dat kinderen die vóór hun vierde naar kinderopvang gaan, later minder last hebben van gedragsproblemen, depressie en angsten.

De vader gaf echter geen toestemming voor het inschrijven van het zoontje bij de gastouder. Hij stelde dat het zoontje op jonge leeftijd al veel had meegemaakt; hij zou al vaak verhuisd zijn. Bovendien vond vader dat het kind bij hem thuis al voldoende contact met andere kinderen had. De vader vond dat er eerst meer stabiliteit moest zijn aan de kant van de moeder voordat het kind naar een gastouder kon gaan.

Naar de rechter voor vervangende toestemming

Omdat deze ouders het gezag delen, kon moeder haar zoontje niet zonder toestemming van vader inschrijven bij de gastouder. Daarom stapte zij naar de rechter en vroeg om vervangende toestemming.

De uitspraak van de rechter

De rechter gaf de vader gelijk. Volgens de rechtbank was het in deze situatie belangrijker dat het kind rust en stabiliteit ervaart, dan dat het al vroeg sociale interactie opdoet buiten het gezin. De rechter vond het leggen van contacten met andere kinderen op dit moment nog geen ‘ontwikkelingstaak’ voor dit jonge kind. In plaats daarvan wees de rechtbank op het belang van een veilige hechting met ouders en grootouders als basis voor verdere ontwikkeling.

Maatwerk is leidend: het belang van het kind staat voorop

Deze uitspraak laat duidelijk zien dat er geen standaardantwoord bestaat op de vraag of een kind naar de kinderopvang zou moeten gaan. Wetenschappelijke inzichten over de voordelen van vroege opvang zijn belangrijk, maar wegen niet altijd zwaarder dan persoonlijke omstandigheden. In dit geval gaf de rechter prioriteit aan stabiliteit en hechting, en niet aan vroege sociale ontwikkeling.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises bij deze publicatie